zondag 24 februari 2008

Donderdag 21 februari 2008


Terug een rustige dag hier in Iringa. Ik typ mijn verslagen op Berndt’s laptop en studeer wat Swahili met het boek dat ik weldra zal aanschaffen. Ik word ook gevraagd om aan twee klassen sportles te geven. Later die middag beklimmen we de berg die boven de school toornt. De kinderen beleven er zeer veel plezier aan en ik geniet ook met volle teugen van. Op de berg hebben we een prachtig zicht op de het gebied Iringa.







Woensdag 20 februari ’08

Vandaag maak ik kennis met de school. Zoals in elke Tanzaniaanse school is er in de ochtend assembly waarbij het schoollied en volkslied wordt gezongen. De leerkrachten komen met mondjesmaat binnen. Ik geef een les Vocational Skills en in klas 7. De volle vier leerlingen vinden het een zeer fijne les en wat later geef ik hen omdat de leerkracht wiskunde vandaag nergens te bespeuren is wat oefeningen algebra. Er hangt inderdaad een rare sfeer in de school. Na wat sportles te hebben gegeven vertelt Berndt me dat hij elke week tracht wat baskettraining op te doen. Dit doet hij op het veld van de universiteit van Iringa. Zijn voorstel is om daar naar toe te lopen en dan een wedstrijdje te spelen. Het deel van het lopen weiger ik wijselijk en wat later stappen we naar het basketveld. De eerste twee spelletjes trek ik me redelijk goed uit de slag. Maar later hou ik het toch voor bekeken en geniet ik wat van het mooie uitzicht op het landschap van Iringa. Het doet me een beetje aan Noorwegen denken, groen en glooiend. Die avond nemen we uncle Batu mee voor een Afrikaans biertje naar de lokale pub. De man geniet ervan en wij dus ook. Ik bel even naar Kim om te vragen naar verdere info rond Ruaha. Ik vrees dat ik het uit mijn hoofd zal moeten zetten wegens te prijzig.

Dinsdag 19 februari ’08

Deze ochtend loop ik nog eens rond in Iringa en wacht op Berndt. Ondertussen probeer ik nog iets te regelen voor Ruaha maar het leek me weinig betrouwbaar. Wat later stopt een taxi voor mijn neus met daarin Berndt. De taxi rijdt nog even rond en pikt later de Canadese Emily op. Tijdens de rit naar de school waar Emily werkt, lucht Berndt zijn hart over alle wantoestanden in de Sipto Primary school. Personeel die het hard te verduren heeft, leerkrachten die komen opdagen wanneer het hen uitkomt, klassen die vaak slechts 2 à 3 uur per dag les krijgen,… Het lijken me dingen die in New Era soms ook gebeuren maar misschien in minder mate. Ook blijkt Mama Haule een speciaal persoon te zijn.
Deze middag is het plan om een school te bezoeken die te kampen heeft met vele problemen. In the Isimilia Secundary School staan alle leerlingen buiten klaar om naar huis te gaan. We voelen ons vrij ongemakkelijk als we als mzungu’s door de massa van duizend leerlingen moeten begeven. De second headteacher ontvangt ons in zijn kantoor. We krijgen de kans om vragen te stellen en de man maakt ons duidelijk waar de pijnpunten van de school zitten. Na een woordje aan de duizend studenten te hebben gedaan leidt de man ons rond op het domein. Het wordt ons duidelijk dat de school een tweede waterput nodig heeft, meer gebouwen waar de internaatstudenten kunnen verblijven, ramen voor het huis van de second headteacher,… Berndt heeft in België wat fondsen verzameld en zou deze graag aan een waterput voor deze school besteden. Wat later worden we in een overvolle klas gedropt. Vast negentig studenten waren in deze ruimte ondergebracht. Ook hier worden we verwacht een woordje te doen. Emily waagt het zelf te filmen, Berndt en ik zakken bijna door de grond van schaamte. Blijkbaar had ze er geen erg in dat zoiets vrij ongepast overkomt.
Die avond maak ik kennis met de school en alle betrokkenen. De school is echt in een zeer mooie omgeving gelegen van allerhande bloemen en planten.

Dit is grotendeels het werk van Babu (grootvader), vertelt Berndt. Ik wordt rondgewezen in het internaat, in het huis en in de school. Het doet me allemaal zeer gezellig aan in tegenstelling tot het te drukke Dar. Na het avondeten gaan we naar het rokerige keukentje waar we samen met uncle Batu, Jonah en Babu nog een maaltje nuttigen.

Maandag 18 februari ’08






Die ochtend ontwaak ik door alle geluiden die reeds vroeg door de lodge weerklinken. De altijd aanwezige moslimzang is er natuurlijk ook bij. In de voormiddag nuttig ik een simpel maar smakelijk ontbijt van mango en brood. Later verken ik Iringa en maak ik de bemerking dat er buiten kraampjes weinig te beleven valt.
Ik maak voor mezelf dan het plan om de historische en geologische site van Isimilia te bezoeken. Helaas is het transport er naar toe nogal moeilijk. Ik vraag om inlichtingen aan de balie van mijn lodge en maak zo kennis met Omar, eigenaar van twee benzinestation. Omar stelt me gewoon direct voor om me een lift te geven naar de site. Eerst rijden we wat rond om de man zijn omzet op te halen. Daarna vertrekken we, vergezeld door een vrouwelijke collega naar de site. Daar aangekomen krijgen we van de gids wat uitleg over gevonden artefacten. De vuistbijl, speer en schraper zijn me niet onbekend maar het is toch helemaal anders dan op papier. Wat later vertrekken we met een groep ‘oudere’ Ierse, Engelse en Duitse vrijwilligers voor een tocht door het gebied. De verschillende planten en bloemen sieren het pad. Ik geniet van dit bezoek en ben mijn vriend uit Morogoro zeer dankbaar. Wanneer ik na afloop hun ingang wil betalen, lacht de gids dit weg. Don’t worry about them, they just want you to be their guest’. Dit soort vriendelijkheid en behulpzaamheid was mij weinig bekend en het stelt me zeer dankbaar. Voor mijn begrip van wederkerigheid in handelen doet dit altijd vreemd aan.




Die avond trek ik voor een maal terug naar mijn vertrouwde stek. De keuze van mijn maal is wat beter verteerbaar. Ik eet aardappelen met wat geroosterd rundsvlees. Enkel de pili pili saus nuttig ik met mate.

Zondag 17 februari





’s Ochtends neem ik de bus na door Majija naar de terminal te worden gebracht. Scandinavian Express lijkt het eerste moment een totaal ander busbedrijf. Bagage wordt gewogen en gemerkt. Passagiers wachten in een omheinde busterminal. De Tanzanianen hebben zo vanachter een hek zicht op de bagage van de grotendeels mzungu passagiers. De rit naar Iringa duurt vrij lang, zo’n tien uur. Gelukkig is er buiten vanalles te zien. Langzaam ( hoewel de chauffeur echt wel vlamt) verandert het landschap. Jammer genoeg begint het na Morogoro in Mikumi National Park te regenen. Omdat de chauffeur waarschijnlijk vreest te laat in Iringa aan te komen, steekt hij nog wat km’s bij en raast hij zijn bus over de weg. Meerdere auto’s, 4x4’s, dalah dalah’s worden voorbij gestoken. De regen zorgt voor sommige passagiers voor nattigheid. Vochtige plekken worden op het plafond van de bus gevormd en mijn buur kruipt dichter in mijn richting. Een Brit voor me maakt zich kwaad. Ik voel me eventjes beschaamd in zijn plaats. De Italiaan Gabriel voor me (die me wat later aan een safarinr. helpt) troost zijn buur met TIA (this is Africa). De bus heeft inderdaad wat vertraging en ik vind het vervelend als ik Berndt en zijn compagnon een anderhalf uur later moet begroeten.
Omdat Berndt het morgen nog wat druk heeft vertoef ik morgen nog wat in Iringa. Later die avond eet ik een typisch Afrikaans maal; legkip met rijst. Alleen ugali is nog typischer, denk ik. Door een nog steeds actief Iringa trek ik naar de lodge.

Zaterdag 16 februari

Kim blijkt vandaag praktisch comateus te zijn. Van ons plan om naar het centrum van Dar te gaan komt dus niets in huis. Dat vind ik op zich niet zo erg, ik houd me vandaag best wat rustig. Wat karweitjes, Swahili leren en verslag geven van mijn dag. Wat later kunnen we dan toch naar het centrum. Het treft met terug wat een gigantische stad Dar wel is. Zoals ik eerder al vertelde brengt dit ook wel de nodige problemen met zich mee. Kim brengt me in tegenstelling tot Majija naar de typisch Afrikaanse delen van de stad. Door de overvolle straten bomvol geïmproviseerde winkeltjes lopen we naar de markt waar het (sorry voor de ongelukkige uitspraak) zwart van het volk ziet. Tussen al die heisa vind ik mijn felbegeerde ‘Afrikaans’ uitziende, ordinaire zak. Ik koop hem van eens straatventer en ben blij dat ik mijn camera en andere dure dingen onzichtbaar en minder opzichtig kan transporteren. Onderweg naar de dalah dalah ontmoeten we Ali Baba. Nee, niet de rover. Iemand die blijkbaar heel wat contacten in de safari-wereld heeft en één van de eerste was om toeristische safari’s te organiseren, beweert Kim. De man vraagt of ik voor Obama zal stemmen. Ik zeg daarop dat ik Europeaan ben. Daarop doet de man een gok naar mijn nationaliteit aan de hand (of grotendeels door mijn uiterlijk?) van mijn accent. Na de dalah dalah rit drinken Kim en ik nog wat in onze ondertussen stamkroeg. Later die avond bespreken we met allen samen hoe ik mijn reisje zal aanpakken.

Vrijdag 15 februari

Vandaag is er zelf geen PPI moment. Teacher Susan spreekt de leerlingen vanuit hun vertrouwde rijenopstelling toe en laat ze wat bewegingsoefeningen doen. Ze stelt de leerlingen gerust dat teacher Hannes vandaag wat activiteiten zal voorzien. Ik probeer de leerlingen dan maar bezig te houden met vanalles en nog wat. De werkjes van de leerlingen in België, een kort herhalingsmoment wiskunde, de spelletjes voor klas drie en vier. Op het einde van de dag deel ik de examens en resultaten aan mijn klas uit. Als ik naar de Nursery School wandel maak ik de bedenking dat ik niet zo tevreden ben over mijn week. Hoewel ik dit misschien niet moet zijn maakt dit gevoel zich toch van mij meester. Geduld en relativeringsvermogen zullen me nog vaak van pas komen, het hoort nu éénmaal bij het werken als vrijwilliger in een ver land. Margret en de anderen zijn weer dolenthousiast dat het terug weekend is. Vanavond nemen Majija en Kim me mee naar het nachtleven van Dar Es Salaam. We vertrekken omstreeks 10.00 pm en kruipen de dalah dalah in. De grotere dalah dalah zitten eigenlijk wel comfortabel, dit in tegenstelling tot hun veel talrijkere kleine broertjes. Ik voel me wel weer een vreemde eend in de bijt door mijn (hoewel al wat gebruinde) mzungu huid. Vele blikken staren me aan maar uit mijn ervaring weet ik dat ik hier niet voor moet vrezen. Voor een nieuweling kan de nieuwsgierigheid van de Tanzaniaan misschien bedreigend of bevreemdend overkomen. De mensen hier zijn vaak ook veel socialere wezens dan sommige Vlamingen. ‘Just mind your own business’ is dus niet aan Tanzania besteedt. We drinken wat in een lokale pub en begeven ons later naar de nachtclub. De security wordt bemand door twee reuzen van kerels die me volledig fouilleren. Met de metaaldetector voeren ze zelf een grondiger check-up dan op het vliegveld. De club zit bomvol. Zowel blanken, zwarten en aziaten dansen en drinken zich hier te pletter. De tijd in de club is fijn en we drinken stevig door. Eerlijk gezegd ben ik het tempo niet meer zo gewoon. Wijselijk begeef ik mij naar de dansvloer om me wat aan het gerstenat te ontrekken. Mijn gezelschap is blij dat ik me vermaak. In feite heeft deze club wel iets weg van het Brugse Entrepot. Het is alleen maar wat exotischer bevolkt en de muziek is bijna uitsluitend dancehall. Mijn omstaanders observerend hoort hier natuurlijk een lekker lijfelijke dansstijl bij. Later die nacht worden velen vervelend dronken. Meiden die eerder vriendelijk lachten of knikten klampen me nu aan onder het eeuwige stramien; Jambo mzungu, your name pleaze, you dansie nice, bring me to your home…
Ik probeer ze vriendelijk af te wimpelen maar dit lukt niet zoals ik het zou willen. Mijn blanke huid wekt vast intresse maar impliceert toch vooral voor hen rijkelijk ‘fedha, fedha, fedha (geld). Omdat ik het een beetje beu geraak ga ik even buiten wachten. Om vijf uur is de club opeens leeg. Mijn gezelschap besluit dan ook lichtelijk aangeschoten de taxi, de dalah dalah naar huis te escorteren.

Donderdag 14 februari ’08

De volgende dag blijkt mijn vermoeden ook waar te zijn. Onder mijn stoel vind ik een deel van het examen Kiswahili van klas twee. De leerkrachten nemen vandaag en morgen vrijaf. Hoewel hun werk praktisch gedaan is weigeren de snoodaards les te geven. Ik probeer voor de leerlingen activiteiten te organiseren. Met klas drie houd ik een tekenopdracht, we werken maskers uit die we later zullen gebruiken voor dramatische expressie. Klas vijf en zes geef ik uitleg hoe ik in een hoekenwerk de mogelijkheid wil scheppen om verschillende spelletjes te spelen. Het lukt de leerlingen vrij goed om zelfstandig de spelletjes te spelen. Het doet me een plezier om te zien hoeveel de kinderen van de spelen genieten. De leerkrachten genieten van hun vrij dagje. Teacher Deo komt me zelf vragen of ik het niet zou zien zitten om morgen het PPI moment te voorzien. Ik weiger beleefd en zeg dat ik het gerust wat later in de term wil doen maar dat ik voor morgen nog niet warmloop. Teleurgesteld loopt Deo terug naar de staffroom. Mijn schat in België wens ik een late, maar prettige Valentijn.

woensdag 13 februari 2008

Woensdag 13 februari


Het regenseizoen is begonnen. Opeens wordt het me overduidelijk waarom Tanzania zo groen is. Regenbuien en zonnebrand wisselen elkaar in een snel tempo af. Hier in Dar raken de wegen verzadigd en overal liggen gigantische plassen. Het lijkt me wijselijk om vandaag mijn sandalen eens in te ruilen voor mijn schoenen die mijn wageni (vreemdeling) zijn minder onderstrepen. Op school is vandaag alles chaos. Door de examens geven de leerkrachten geen les en hoewel alle leerlingen gedaan hebben met de examens nemen de leerkrachten een paar dagen vrij op school om hun verbeterwerk te doen. Dat is ook een manier om van je overuren als leerkracht af te raken.
De leerkrachten laten zelfs hun administratie door de leerlingen doen. De bureaus liggen volgestapeld met examens en in deze wanorde moeten toch meerdere examens verloren gaan?
Ik neem van de mogelijkheid gebruik om voor de vrije klassen wat nieuwe activiteiten te organiseren. ‘s Avonds houd ik mijn blog bij in het internet café en contacteer ik Berndt in Iringa of ik in de break even langs mag komen. Dus indien de verslagen even uitblijven, ik ben even op safari door het Tanzaniaanse binnenland. Aya.

Dinsdag 12 februari

Het geven van toezicht tijdens examens is normaal een slaapverwekkende bezigheid. Gelukkig zit ik in een ver land waar er genoeg interessante dingen zijn waar ik kan van genieten. Ook kun je je met nuttige dingen bezig houden wat ik ook probeer te doen. Ik maak een planning Vocational Skills op die teacher Susan en de andere leerkrachten zeer interesseert. (ja, westers planmatig gedrag treedt op)
Ook kreeg ik van teacher Deo een paar karweitjes, het opstellen van een puntenlijst en een aanwezigheidsregister. Dit had ik nu echt niet verwacht afgaande op mijn vorige ervaringen. De leerlingen komen ‘s ochtends op school aan wanneer ze de bus kunnen nemen hebben. Die is meestal te laat of komt helemaal niet en daarom zijn er wanneer de lessen eigenlijk moeten beginnen maar bitter weinig leerlingen op school. De leerkrachten klagen over dit probleem maar echt structureel ondernemen doen ze niet.

Wanneer klas 5 en 6 gedaan hebben met hun examen neem ik ze mee naar het speelveld voor wat typische spelletjes. Onder de tropische zon is het niet zo eenvoudig om te bewegen. Teacher Higness/ Hanes/ Hans (reeds gehoorde mogelijke variaties) zweet zich natuurlijk te pletter maar de leerlingen beleven een reuse tijd. Ik wissel een rustig spelletje af met een wat actiever en na het uurtje vliegen de ‘thank you’s’ me om de oren.
‘s Avonds valt de elektriciteit wederom uit wegens te weinig krediet aangekocht, en lees ik wat op mijn kamer. De tropische regen valt met bakken uit de lucht.

Maandag 11 februari


De leerlingen van de New Era Montessori School hebben deze week hun Mid-term exams. Drie dagen zullen ze de vakken English, Kiswahili, Social Studies, Vocational Skills en Science getoetst krijgen. Ik moet zo een beetje overal toezicht houden, uitsluitend niet bij het vak Kiswahili. Wat vanzelfsprekend is want ik spreek Swahili al een Tanzaniaanse koe. Voor de periode dat ik hier vertoef in New Era, ben ik titularis van klas vijf. Gelukkig begin ik hun namen een beetje te kennen.

De examens warden handgeschreven ingediend bij Margret. Majija had dan de dankbare taak om deze allemaal uit de typen. Ondanks zijn zorgzame werk stonden er toch nog heel wat fouten in het examen, dit met alle gevolgen van dien. Of deze te wijten zijn aan de vakkennis van de leerkrachten of aan slordigheid van de typist laten we maar in het midden.
Dictee in de derde klas blijkt niet zo eenvoudig. Hoewel ik de zinnen meerdere malen dicteer maken de leerlingen er toch er toch een sport van om meerdere neologismen te maken met het Kiswahili en het weinige Engels dat ze kennen.

Zondag 10 februari



Zondag is een dag die in elk land wel wat chilled is. Ik was wat kleren, hang ze te drogen en ik lees wat. Terwijl Kim en Majija gekluisterd aan het scherm naar voetbal kijken doe ik een dutje. Later nemen ze me mee voor een wandeling. Ik geniet van alle impressies maar moet toch bericht geven van de vele malaise die ik zie. Tussen de vele hoogbeveiligde huizen zijn krotwoningen gefabriceerd. Vele kraampjes vullen terug de weg en eigenlijk weten mijn gidsen door de wildgroei aan krotten de weg niet meer door dit alles. Maar geen nood, de mensen vertellen ons maar al te graag hoe we bij Mbezi Beach geraken. Het strand nabij de Indische oceaan is omgeven door privehuizen. De vissers moeten vandaag de dag afsluiten met een magere vangst. Een inktvis en een koppel zeebaarzen zullen niet zo veel monden vullen noch Tsh in de beurs brengen.

Na een heuse strandwandeling drinken we wat in een opgefokt en decadent toeristenresort waar ik eigenlijk niet zo graag zit. Alles is duurder dan in een gewoon Tanzaniaans café. Gelukkig neemt Kim me later mee naar een gezellige en goedkope kroeg waar we pool spelen. Ik verlies eervol en trakteer mijn gids de vier pinten die samen ongeveer twee euro kosten.

zaterdag 9 februari 2008

Zaterdag 10 februari

Majija had me gisteren gevraagd om te zorgen dat ik om negen uur klaar zou zijn om te vertrekken naar Dar. Hij komt echter pas om negen uur uit zijn kamer, hetgeen ik niet echt erg vind. In de tijd dat ik moest wachten fabriceerde ik een speelbord voor het Twisterspel. Op de achterkant schreef ik de aangepaste spelregels zodat de leerlingen het spel zelfstandig zouden kunnen spelen. De laatste regel was er eentje van het huis, nl. Speak English.
Wat later na het ontbijt van porridge-tea, melkbrood en en Blueband (a good start) boter, vertrekken we naar Dar. Na dat we onze buurt (Mbezi beach) hebben verlaten wachten we op een dalah dalah. De kleine minibusjes staan in voor het merendeel van het publieke transport daar een taxi zeer duur is. In een busje mogen wettelijk 12 mensen, in de praktijk wacht de chauffeur met vertrekken tot hij en zijn compagnon die de klanten lokt minimum 20 passagiers hebben. De chauffeur rijdt als een gek. Blijkbaar aan het verkeer te zien als de meeste Tanzanianen maar de dalah dalah’s spannen toch de kroon.
Ze blijven vaak doodleuk langs de baan rijden en vormen daarbij een denkbeeldig derde rijvak. De passagiers worden door de vele bulten vaak volledig door elkaar geschud. Een paar keer vlieg ik bijna van mijn zitje. Wanneer een dalah dalah voor dit een bekeuring zou krijgen zou die Ths 50000 bedragen. Door de lage frequentie in het controleren vegen de bestuurders er blijkbaar hun voeten aan.
Tijdens de rit geniet ik wederom van alle impressies. De talloze mensen langs de weg, de vele geimproviseerde winkeltjes, de tuinbouwbedrijfjes waar jonge vrouwen palaverend onder de bomen zaden sorteren. Wanneer we uiteindelijk Dar bereiken wordt ik geconfronteerd met alle elementen van een miljoenenstad. Het is niet echt een plaats waar ik graag vertoef. De vele bedelaars (vaak zwaar verminkt), het hectische verkeer, de opdringerige verkopers,…
Ik ben blij als ik geld kan wisselen. Zo heb ik eindelijk wat zelfstandigheid. Na nog wat boodschappen te hebben gedaan trek in met Majija terug de dalah dalah in. Een jonge vrouw geeft haar kind de borst, een normaal gebeuren in het publieke leven in Afrika.
Later eet ik met Majija een bord varkensvlees. Eerder vroeg hij me al of ik dit eet. Waarschijnlijk dacht hij dat het niet mocht van mijn geloof, ik beschouw me nochthans als christen. Met wat pili pili en bakbananen smaakt de vettige troep wel. Dankzij alle beenderen en vet kunnen de eigenaars dit als twee kilo varkensvlees verkopen.
Ik ben blij dat ik eindelijk Majija eens kan trakteren op een soda.

Vrijdag 9 februari

De dag begon met PPI, hetgeen eigenlijk Godsdienst zou moeten zijn. Het is dan ook Godsdienst, maar dan op zijn Afrikaans. Eerst wordt er natuurlijk gezongen, daarna gebeden en dan steekt teacher Fredrick van wal met het verhaal van Naam. Een verhaal dat ik zou moeten kennen maar de details ontgaan me nu even. Hoewel Fredrick een begenadigd verteller is zijn de leerlingen toch niet zo geboeid. Sommigen lezen in hun boek Kiswahili, sommigen slapen, sommigen zingen wat,… om eerlijk te zijn wordt het verhaal inderdaad een beetje langdradig dusk kan ik het de kinderen niet kwalijk nemen. Na PPI begin ik aan mijn rekenles. Vandaag val ik de leerlingen lastig met gemengde getallen. Later in VC tekenen we. Eerst observeren we de meest interessante boom van de speelkoer. We letten op de schors, de vorm van de taken en de schakeringen in de bladeren. De leerlingen zijn eerst wat onwennig omdat ze les krijgen buiten het klaslokaal. Ze zijn wel zeer blij dat ze creatief kunnen werken aan een opdracht. Ook het werken met kleurpotloden bevalt hen erg. Wat later toon ik de werkjes aan de andere leerkrachten en die zijn zeer enthousiast. We spreken af dat we maandag zullen bespreken hoe we het gebruik van mijn meegebrachte materiaal zullen organiseren. Ze zijn het er allen mee eens dat dit op een duurzame en verstandige manier moet gebeuren. Wat later wordt er met de leerlingen gesport. Samen met teacher Fredrick geef ik een korte intro, wat later leer ik de leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar het vlaggenspel. Ze lopen zich te pletter en zijn zeer enthousiast. Die avond nemen Margret, Majija en Djibouti de timmerman me mee naar het huis die voor Margret haar zus wordt gebouwd. Zonder cement worden bakstenen die in elkaar passen gestapeld. Enkel de de fundering is met cement gebouwd. Het geheel telt drie kamers, de dure prijzen van bouwmaterialen dwingen Margret om goedkoop te bouwen. Het perceel op zich kost al 40000 dollar.

Donderdag 7 februari


Vandaag had ik graag eens alleen naar school gelopen. Toch staat Majija er op dat hij me escorteert. Soms heb ik wel het gevoel wat hulpeloos te zijn. Dit gaat volgens mij wel over eenmaal ik wat aangepast zal geraken. De lessen vocational skills verlopen super. De leerlingen beleven enorm veel plezier in het zingen en zijn verwonderd wanneer teacher Hannes opeens zijn gitaar uithaalt. Later moet ik de leerlingen van de vijfde klas wel lastig vallen met een moeilijke wiskundeles. Na eventjes doordrammen blijkt de leerstof er toch in te gaan. Het geeft me toch een zeker gevoel van voldoening dat de leerlingen mijn instructie vatten. In de staff room heb ik interessante gesprekken met mijn fellow teachers gaande van de Afrikaanse aanleg tot relschoppen en de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Ook het politieke systeem in Tanzania wordt uitegelegd. Wat later komt Susan namelijk binnen met het nieuws dat de premier van Tanzania dreigt met aftreden omdat een groot deel (vijf ministers) van zijn regering een grote som geld zou hebben verduisterd. Waarom klinkt me dit bekend in de oren? Zijn corrupte politici dan niet enkel een Belgisch probleem? Later die avond verneem ik er meer nieuws over dankzij de familie Seni die de uitsluitend Swahili-spoken ITV berichten voor me vertalen.

Woensdag 6 februari

Deze morgen strompelde ik zoals elke morgen naar de waskamer. Uit het geimproviseerd doucheslangetje kwam jammer genoeg geen water. Toch hoorde ik Majija doodleuk de wc doorspoelen. Vreemd hoe het water hier verdeeld wordt. Vandaag begin ik met het geven van vocational skills. Benieuwd wat de leerlingen alsook de leerlingen ervan zullen vinden. Het lesgeven in de school is soms niet zo eenvoudig. De leerlingen zijn vaak gewend aan hun eigen manier van werken en kijken soms wat raar als ik de zaken op mijn eigen manier uitleg. Maar na verloop van tijd beginnen ze toch aan de mzungu met zijn rare methodes. De kinderen zijn echter supervriendelijk en alle dagen hoor ik karibu sana, hetgeen ‘hartelijk welkom’ betekend. Indien er een prijs zo bestaan voor het meest vriendelijke volk zou bestaan komen de Tanzanianen zeker in aanmerking.

S’ avonds maakte Majija wel een zeer gelukkig man van me. Hij neemt me terug mee op een avondlijke wandeling. Het straatbeeld in deze contreien in Tanzania is echt imponerend. Overal langs de straat zijn kraampjes te vinden die allerhande producten aan de man willen brengen gaande van soda’s, belkaarten, nootjes,… maar toch het meest bevreemdend zijn de kraampjes met steenkool. Midden en Oost- Afrikanen zijn natuurlijk zeer donker maar de heren die steenkool aan de man brengen zijn waarlijk zwartgeblakerd van het roet en stof. Minder zijn natuurlijk de wegen die er waarlijk uitzien als een slagveld. Langs de wegen ligt vaak heel wat afval opgestapeld en dit wordt vaak doodleuk opgestookt wat vaak een sterke rookgeur verspreidt.
De auto’s hebben het vaak zeer moeilijk en sputteren en hobbelen over de wegen die wat weg hebben van onze Assebroekse Koeiendreef, maar dan wel nog wat gehavender. Mijn gids neemt me mee naar een airconditioning-gekoeld internet café. Daar probeer ik in een race tegen de klok mijn ouders te contacteren, mijn mails te controleren, mijn blog te controleren, mijn blog bij te werkenen niet te veel op de zenuwen van mijn mede internetgebruikers te werken met mijn West- Vlaams gebrabbel. Op de terugweg vertelt Majija me doodleuk dat we beter aan de overkant van de straat lopen omdat op dit uur chauffeurs al behoorlijk dronken zouden kunnen zijn.

woensdag 6 februari 2008

Dinsdag 5 februari



Vandaag sta ik wederom om 6.30 u op. Ja, ik ben echt voorbeeldig aan het worden. Na mijn ontbijt met Kim (de broer van Mama Seni) en Majija bestaande uit diepvriesbrood met boter en een uit melkpoeder vervaardigd drankje, wil ik naar New Era vertrekken. Een tropische regenbui weerhoudt met hier echter van. De regen valt werkelijk met bakken uit de lucht. De grond raakt direct verzadigd en de wegen worden nog slechter dan dat ze reeds waren. Margret zegt me dat ik beter op de bus wacht. Dit lijkt me aanvankelijk vrij idioot omdat de school slechts op een kleine kilometer van het huis is maar wanneer ik buiten stap begrijp ik haar bezorgdheid. Even buiten en je kan je kleren uitwringen. Wijselijk wacht ik met drie leerlingen op het schoolbusje. De kinderen zijn het precies al gewend dat de regen hun educatieve plannen dwarboomt. Te zien aan hun eeuwige glimlach en spelletjes lijken ze er niet veel erg in te hebben.
De lesdag verloopt vrij vlot en tegen de middag stopt het zelf met regenen. Aanvankelijk ben ik natuurlijk blij maar wat later begint deze mzungu(witman) toch weer al een rund te zweten. Gelukkig zijn mijn collega’s Freddy, Dio, Susan, Amina en Fredrick vol begrip en wordt me er terug een fles water gebracht. De mensen hier zijn waarlijk onvoorstelbaar vriendelijk en behulpzaam. Daar kunnen sommige Belgen nog wat van leren. Ik moet echter nog wennen aan het feit dat ik echt als vakleerkracht les moet geven. Dit houdt in dat wanneer mijn mijn tijd volgens mijn timetable op is, ik gerust mag beschikken. Dit of er nu een leerkracht een volgend vak geeft of niet, de leerlingen zijn het gewend vaak alleen in de klas te zijn. Het moet ook want de school heeft in feite niet voldoende leerkrachten. Vijf leerkrachten en dan nog elk met hun vakken levert het probleem dat de leerlingen niet constant les krijgen. Dit blijkt hier geen probleem, enkel mijn idee vanuit het Vlaamse onderwijs speelt me parten. De tijd zal leren dat ik hier niet te zwaar aan moet tillen. ‘s Avonds typ ik mijn belevenissen op Majija’s laptop en speel ik wat gitaar als wederdienst voor de uitstekende zorgen van mijn gastgezin. Onder het gezang van de kinderen wacht ik op mama en papa Seni om een hapje te eten.
Wat een mooie dag alweer in dit groene Afrikaanse land.

Maandag 4 februari

Na gisteren super te zijn ontvangen door de familie Seni trok ik vandaag naar mijn stageschooltje. Mama Seni alias Margret wist me gisteren veel lof over het schooltje te vertellen en heeft geduchte plannen met New Era. Toen ik deze morgen samen met zoon Seni Majija naar het schooltje ging werd ik zeer warm ontvangen. Het schooltje heeft 5 leerkrachten, een hoofdonderwijzer die je zelden ziet en ondersteunend personeel.
Na eventjes te hebben geobserveerd werd ik werkelijk er in gegooid. Misschien wel de beste manier om aan de kinderen en de school te wennen. Een bepaald moment tijdens de Engelse les zei de onderwijzer gewoon; ‘and now we are listening to teacher Hannes’ waarop de volledige klas rechtstaat en een volledig enthousiast ‘Goodmorning Teacher Hannes’ roept. Z’on warm onthaal krijg je als Vlaamse nieuwe leerkracht zelden. De kinderen zijn ook zeer behulpzaam en lief. In de oudste jaren zijn ze wel wat meer schuchter maar dit komt vast ook door de leeftijd.
Het lesgeven op zich is niet zo eenvoudig. Hoewel ik de leerstof ken, is het soms moeilijk om bv. bewerkingen met breuken uit te leggen in het Engels. Mijn kennis Engelse grammatica zit mogelijks nog verder. Gelukkig heb ik al het materiaal bij me en kan ik genoeg oefenen en studeren. Het is nog een voordeel, zo wordt mijn Engel een stuk beter en vlotter. Het is ook zeer grappig om de typische ‘afrikaanse’ onderwijsuitspraken te gebruiken zoals ‘are you following?’ and ‘isn’t it?’, ‘Are you with me’ is ook een typisch gebruikt zinnetje. Af en toe probeer ik een woordje Swahili er tussen te gooien en dit vinden de leerlinger super. Hoewel New Era een English medium school is kijken mijn collega’s dit gelukkig door de vingers. Ze gaven me zelf een een woordenboek Swahili, ze apprecieren het dus wel dat ik de taal wil leren.



Qua reizigersongemakken valt dit reuze mee. Maaglast is miniem en de muggen laten me ook redelijk met rust. Mijn muskietennet moet wel wat worden aangepast, kan ik me straks misschien mee bezighouden. Wat me morgen te wachten staat is ook nog een verrassing. Mijn lessenrooster is nog steeds ‘under construction’. Het enige wat ik kan doen is mijn Engels en Swahili bijschaven. De kinderen die hier rondlopen in de Nursery school houden me ook aardig gezelschap. Velen van de kinderen uit de Primary school logeren hier waar ik verblijf in de Nursery school. Dit omdat sommigen zeer ver wonen en door de slechte wegen en sporadische stortbuien anders niet op tijd op school zouden geraken. Niet dat het nu altijd lukt…gelukkig tilt men in Tanzania daar niet echt zwaar aan. Door het weer komen leerkrachten en leerlingen gewoon vanaf wanneer de regens hen dit toelaten. Die avond neemt Majija me nog mee voor een avondwandeling door de buurt. De talloze kraampjes, zaakjes en rondhangende mensen doen met terug beseffen dat ik op een bijzondere plek vertoef. Later die avond ontmoet ik Richard Seni. Deze padre de familias is zelden thuis en het is ook met hem dat ik de eerste contacten heb gelegd. Richard is een impossante man die wijsheid en authenticiteit uitstraalt.
Later die avond lig ik terug zwetend in mijn bed naar alle boeiende geluiden te luisteren, de gezongen gebeden van de moskee, de Tanzaniaanse muziek, het Swahili gebrabbel van de kinderen (ze kunnen zich nu eens volledig uitleven) en de talloze honden uit de buurt…

Zaterdag 2 en Zondag 3 februari

Zaterdag, rugzak gemaakt tref ik de laatste voorbereidingen. Na een lange tijd van voorbereiden is het zo ver. Een eindje geleden zag het er niet zo goed uit, gelukkig is dat nu van de baan. Zit ik hier nu in het zonnige Ethiopie te wachten op mijn vlucht naar Dar. Afscheid nemen is nooit leuk, deze keer ook niet. Gelukkig verliep het vrij vlot en kon ik met een gerust hart vertrekken. Volgens mij is het beter als je vlug vertrekt, ergens gaat rondneuzen en vlug incheckt. Zo heb je weinig om na te denken, hetgeen best is als je voor drie maanden, 12 weken, 84 dagen, alles moet achterlaten.

Ethiopean airlines is echt een zeer goede maatschappij. Natuurlijk zit een vliegtuig altijd wel wat krap, maar over hun service is zeker niet te klagen.

De vriendelijke bediening van de dames en het gezelschap van de vriendelijke en interessante Pol Grymonpre maakten van de trip naar Addis een vlot gebeuren. De Gentse West-Vlaming geeft Spaanse les aan de Hogeschool Gent en is een zeer bereisd man. Dankzij hem weet ik nu veel meer over China, India, Zuid-Amerika, Gent en Ethiopie in het bijzonder.
Zonder echt opdringend te zijn wist deze man veel te vertellen en hadden we boeiende gesprekken. Na even te moeten wachten voor het inchecken zat ik terug op het vliegtuig. Dit keer naar Dar es Salaam. Heb ik weer even geluk en zit ik alleen en praktisch vooraan bij de vleugel aan het raampje. Dit sluit een mogelijk gezellige babbel wel uit maar bied me wel de mogelijkheid om van het landschap te genieten. Onderweg heb ik een prachtig zicht op het Oost-Afrikaanse landschap. Gelukkig is er niet zo veel bevolking en heb ik onderweg een prachtig zicht op Mt Kilimanjaro.