zondag 20 april 2008

Dinsdag 8 t.e.m. Donderdag10 april


Vandaag begin ik aan mijn beklimming van Mt. Meru. S’ Ochtends vroeg wordt ik opgehaald door de Range Rover van Jackpot Tours. Na iedereen te hebben opgehaald rijden we naar de poort van Arusha NP waar we door een groep Rothshild en Masai giraffes worden verwelkomt. Wat later begin ik met Chacha de parkranger aan de tocht naar de Mariakamba hut. Het gedeelte van Arusha NP waar Mt. Meru heer en meester is, is waarlijk een prachtige plek waar regenwoud en vlakten elkaar afwisselen. Dat maakt de tocht van de eerste dag een zeer aangename ervaring. Vanaf de Momela-gate (1500 m) stijgen we een heel eind naar de Mariakamba hut (2520 m). Daar aangekomen ontmoet ik de Amerikaanse Canadees Paul Loyd. De man in kwestie woont in San Fransisco maar is afkomstig van de Rocky’s in Canada. Samen genieten we van elkaars verhalen en van het steeds beter wordende uitzicht op de Mt. Kilimanjaro. Later die avond krijgen we het bezoek van een luipaard die van zich laat horen onder onze hut.

De volgende dag staat de toch naar de Saddle hut (3500 m) op het programma. Daar we terug een duizend meter stijgen verandert het landschap of te zeggen ‘berglandschap’, van bomen naar lage struik en mosbegroeiing. Wanneer we aankomen aan de hut begint het te regenen. Gelukkig hebben we ons doel al bereikt en moeten we enkel even wachten alvorens we de kleine klim naar ‘Little Meru’ aanvangen. Het kleine zusje van de berg die we morgen (het is te zeggen vanacht) zullen beklimmen is een fijne wandeling maar de regen maakt de zaak wel minder fijn. We kruipen op een vroeg uur ons bed in en eerlijk gezegd had ik last van de hoogte of misschien het eten (wie zal het zeggen?).
Wanneer het eten echte uit mijn gestel is lukt het me veel beter om de slaap te vatten.

Om middernacht worden we gewekt om de tocht naar de top aan te vangen. Na onze thee vertrekken we om het eerste deel van de klim naar het Rhino viewpoint te beginnen. In het donker klimmen vraagt extra aandacht maar het kan enkel zo omdat overdag het materiaal/ het gruis-steenoppervlak aan de top van de berg zeer los ligt. Het weer op de piek kan dikwijls zeer ongunstig zijn en omdat ‘s nachts het weer het meest stabiel is, wordt dit vroege uur als vertrekuur gekozen.
Na het bereiken van het Rhino viewpoint wordt de klim duidelijk zwaarder. De lucht wordt ook heel wat ijler en dit zorgt er voor dat mijn tempo beduidend lager wordt. Naarmate we vorderen over de bergkam die ons naar de top brengt dealt de temperatuur. Een tiental meters van de top wijst mijn kleine thermometer in mijn binnenzak -10˚ C. Zelf nog buiten de afkoelingsgraad van de wind gerekend is dat zelf voor de doorwinterde Paul frisjes. Toen hij vertrok uit de States was het -30˚ C, de hoogte speelt me op dit punt parten, waardoor ik het laatste stuk van de klim met bonkende hoofdpijn en een nog woeligere maag. Maar ik slaag er in de socialist peak te bereiken.

Wanneer we even op adem komen vraagt de gids van Paul of we zo snel mogelijk kunnen afdalen. Later hoor ik van Paul dat de man serieus last had van hoogteziekte. Blijkbaar zijn zelf ervaren gidsen die per seizoen 20 keer de Kili doen vatbaar voor hoogteziekte. De rest daalt af in een snel tempo maar ik doe het liever pole pole. Onderweg heb ik een prachtig zicht op de kratermond en op de klim die me die nacht zoveel moeite gekost heft. Wanneer we terug de Saddle hut bereiken voel ik me zeer gelukkig maar heb ik nog steeds barstende hoofdpijn. Na een lichte lunch beginnen we aan de afdaling naar de Mariakamna hut. Daar worden we opgehaald door de 4x4 van de parkrangers. De tocht met de 4x4 doet me deugd na de serieuze tocht en we krijgen zicht op een prachtig woud met dieren die je anders niet zo veel te zien krijgt zoals de bosbok, het wrattenzwijn, de franjeaap,…

Geen opmerkingen: